Het Deltaplan

Al voor de Ramp van ’53 bestaan er plannen voor de afsluiting van de zeearmen. De watersnood versnelt echter de planvorming en uitvoering. In 1955 ligt het Deltaplan op tafel. Volgens het Deltaplan worden de belangrijkste zeegaten in het Zuidwesten van Nederland afgedamd. Alleen de open zeeverbindingen met Rotterdam en Antwerpen moeten gehandhaafd blijven. Naast het vergroten van de veiligheid is ook een verbetering van de zoetwaterhuishouding een doelstelling van het Deltaplan.

In 1957 wordt de Deltawet door het parlement aangenomen. De uitvoering wordt voortvarend aangepakt: de Deltawerken zijn begonnen.

De Deltawerken

De Deltawerken zijn een van de beroemdste werken in de wereld. Nederland ligt voor meer dan de helft onder de zeespiegel. Voor ieders veiligheid zijn de Deltawerken gebouwd om herhaling van de watersnoodramp in 1953 te voorkomen.

Bij Deltapark Neeltje Jans kun je de geschiedenis opnieuw meemaken: van de watersnood tot en met de bouw van de Deltawerken.

Exposities en films over de Deltawerken
Exposities, films en een exclusieve rondleiding rondom de stormvloedkering geven een indruk van de enorme kracht van het water. Vanuit de hele wereld wordt de stormvloedkering bezocht vanwege zijn unieke functie.

Rondleiding Stormvloedkering
Het is mogelijk om onder begeleiding van een deskundige gids een rondleiding rondom de stormvloedkering te maken. De gids vertelt over het ontstaan van de Deltawerken en neemt u mee richting de stormvloedkering waar u de pijlers van de stormvloedkering van nabij ziet liggen.

Voor meer informatie, voorwaarden en prijzen betreft rondleidingen klik hier

Start uitvoering Deltaplan

Stormvloedkering Hollandse Ijssel 1958

De uitvoering van het Deltaplan begon met het bouwen van een waterkering in de Hollandsche IJssel, die via de Nieuwe Maas en Nieuwe Waterweg in open verbinding staat met de zee. De stormvloedkering, even oostelijk van Rotterdam, kwam in 1958 gereed en beschermt het laagst gelegen deel van Nederland – 6,5 meter beneden NAP – tegen overstromingen.

Zandkreekdam 1960

Korte tijd na het gereedkomen van de stormvloedkering in de Hollandsche IJssel werd in Zeeland de eerste zeearm met dammen afgesloten. Het zogenoemde ‘Drie Eilandenplan’ dat al dateerde van voor 1953, voorzag in twee dammen die de eilanden Walcheren en Noord- en Zuid-Beveland met elkaar verbinden. In 1959 begon de bouw van de kortste dam in de Zandkreek tussen Noord- en Zuid-Beveland.
De Zandkreekdam is 830 meter lang, heeft een schutsluis en werd in 1960 gesloten met caissons.

Veerse Gatdam 1961

De tweede dam, de Veerse Gatdam, verbind Noord-Beveland met Walcheren. De eerste zeearm in het deltagebied was volledig afgesloten en zout water werd brak. Zo kreeg Zeeland het Veerse Meer, dat inmiddels een drukbezocht recreatiegebied is.

Grevelingendam 1965

In 1958 werd begonnen met de afsluiting van de Grevelingen tussen Schouwen-Duiveland en Goeree-Overflakkee. Deze dam is langer dan de Zandkreekdam en de Veerse Gatdam, namelijk zes kilometer.

Volkerakdam 1969

De Volkerakdam houdt het Hollandsch Diep en het Haringvliet gescheiden van de zuidelijke deltawateren. In 1957 begon de bouw van de dam. Hij bestaat uit diverse onderdelen: een dam over de Hellegatsplaten naar Goeree-Overflakkee, een dam in het Volkerak richting Noord-Brabant, een verkeersbrug over het Haringvliet naar de Hoekse Waard en (op het knooppunt van deze driesprong) het Hellegatsplein.

Haringvlietdam 1971

De bouw van de 4,5 kilometer lange Haringvlietdam tussen Goeree en Voorne duurde veertien jaar. De dam moet niet alleen het achterliggende gebied beschermen tegen hoge waterstanden, maar ook zorgen voor de afvoer van overtollig Rijn- en Maaswater.

Brouwersdam 1971

Het dichten van de 6,5 kilometer brede en maximaal 30 meter diepe zeearm tussen Goeree en Schouwen was de generale repetitie voor het laatste onderdeel van de Deltawerken: de Oosterscheldedam. Op twee platen in het Brouwershavense Gat werden zanddammen opgespoten, waarna het noordelijke sluitgat met doorlaatcaissons werd gedicht. Voor het zuidelijke sluitgat werd opnieuw een kabelbaan in stelling gebracht. Eind 1971 was de dam voltooid. Het Grevelingenmeer was geboren.

Door veranderende inzichten op milieugebied werd in latere jaren het plan opgegeven om het Grevelingenmeer zout te maken. In 1981 werd daarvoor een doorlaatsluis in de dam gebouwd, waarmee zout water uit de Noordzee werd doorgelaten. Deze ingreep was een doorslaand succes; het Grevelingenmeer is tegenwoordig weer even zout als de Noordzee, maar (door het gebrek aan stroming) weer helder.

 

Oosterscheldedam 1986

Aanvankelijk zou ook de Oosterschelde met een dam worden afgesloten. Het was het moeilijkste project van de Deltawerken: een negen kilometer lange dam tussen Schouwen en Noord-Beveland in een zeegat met een gemiddeld getijverschil van drie meter en een grootste geuldiepte van veertig meter. Het werk begon in 1967 met de voorbereiding van de aanleg van drie werkeilanden: Roggenplaat, Neeltje Jans en Noordland. Tussen de laatste twee werd een dam aangelegd. In de drie overblijvende geulen verrezen de stalen torens voor de kabelbaan, die de betonblokken moest storten voor de definitieve afsluiting. In 1978 zou de dam gereed zijn, die de Deltawerken moest voltooien.

Maar de dam kwam er nooit. In 1973 lag er vijf kilometer dam in het woelige water en daar bleef het bij. Want in de samenleving ontwaakte in die jaren een nieuw milieubewustzijn; de waarde van de Oosterschelde als zoetwatergetijdengebied werd meer en meer onderkend. Protesten uit kringen van de wetenschap, de visserij en de milieubeweging vonden gehoor bij het parlement, dat besloot tot nader onderzoek.

Lees hier alles over de bouw van de stormvloedkering

Markiezaatskade 1983

Om te voorkomen dat tijdens de bouw van de Oesterdam door stromingen problemen ontstaan voor scheepvaart en oeververdedigingen, is eerst een speciale kade gemaakt. Door deze kade wordt het verdronken land van het Markiezaat van Bergen op Zoom begrensd, vandaar de naam Markiezaatskade.

Oesterdam 1986

Tussen Tholen en Zuid-Beveland werd in 1986 de Oesterdam aangelegd. Het is de langste van alle deltadammen: bijna elf kilometer.

Philipsdam 1987

Tussen Sint-Philipsland en de Grevelingendam ligt de Philipsdam. Middenin is op een werkeiland een groot sluizencomplex gebouwd: de Krammersluizen. De twee sluizen zijn voor de beroepsvaart geschikt. Voor pleziervaartuigen is een aparte schutsluis.

Bathse spuisluis 1987

Het rivier- en polderwater moet, wanneer nodig, worden afgevoerd. Daarvoor is door de hals van Zuid-Beveland het 8 kilometer lange Bathse-spuikanaal gegraven. Het loopt langs de ScheldeRijnverbinding en er kan 8,5 miljoen m3 water per dag worden afgevoerd. Aan het einde van het kanaal bij de Westerschelde ligt een spuisluis, bestaande uit betonnen kokers.

De Maeslantkering 1997

Het oorspronkelijke Deltaplan gaat uit van verhoging van de dijken rond de Nieuwe Waterweg. Op die manier blijft de scheepvaartverbinding mogelijk met Rotterdam. In de jaren ’70 protesteert de bevolking, De historische bebouwing, zoals dijkhuisjes, zou op tal van plaatsen verdwijnen.

Bovendien blijkt dijkverhoging een kostbare zaak. In de jaren ’80 wijst studie uit dat een beweegbare stormvloedkering technisch en financieel haalbaar is. Deze oplossing schaadt de scheepvaart niet. De weg is vrij voor de komst van de Maeslantkering. De Maeslantkering verrijst in de Nieuwe Waterweg bij Hoek van Holland. De bouw duurt van 1991 tot 1997. Ruim een miljoen mensen in Rotterdam en omgeving zijn hierdoor beschermd tegen overstromingen.

Het Deltaplan

Deel Neeltje Jans
met je vrienden!

Volgende show: 13:30 uur - Dolfijnenshow
Op dit moment: Actueel weerbeeld als pictogram 22 °C